Het is een cadeau dat ik altijd in mezelf nergens mag zijn. Dat ik me gewonnen & verloren voel onderweg van mij tot mij.
Caro Van Braeckel
Geplaatst door Caro Van Braeckel | Filed under Poëzie & proza
01 vrijdag nov 2019
Het is een cadeau dat ik altijd in mezelf nergens mag zijn. Dat ik me gewonnen & verloren voel onderweg van mij tot mij.
Caro Van Braeckel
Geplaatst door Caro Van Braeckel | Filed under Poëzie & proza
09 donderdag aug 2018
Posted Poëzie & proza
inBevroren dromen,
bewaren nietig,
het onderhuids verlangen.
Waarin we onbewoond smelten.
In de wangen van ons kussen.
Caro Van Braeckel
04 zaterdag aug 2018
Posted Poëzie & proza
inOngeboren dromen sneuvelen
waar verhalen verdwalen
in een dronken verzameling
van symptomen.
Caro Van Braeckel
22 zondag jul 2018
Posted Poëzie & proza
inAan het altaar van de liefde, zijn wij allemaal vondelingen.
Caro Van Braeckel
04 maandag jun 2018
Posted Poëzie & proza
inVan je houden zal ik altijd blijven doen,
met of zonder kleren.
Caro Van Braeckel
26 zaterdag mei 2018
Posted Poëzie & proza
inJe gaat met mij aan de haal
alsof het niets is,
terwijl je alles met me doet,
waar ik niet meer toe in staat ben.
In een liefde die al lang buiten adem is.
Caro Van Braeckel
Painting by Paul Chabas
04 zaterdag nov 2017
Posted Poëzie & proza
inHet menselijk lichaam,
een spraakorgaan
in de verklanking van de stilte.
Caro Van Braeckel
Isaac Israel met ‘In het danshuis’ – 1893
24 dinsdag jan 2017
Posted Poëzie & proza
inVoor ik het weet,
slapen mijn dromen met open ogen.
Waak ik over de tijd
die me nog vreemd is.
Alsof het onbestaande
me al een eeuwigheid verlaten heeft.
Zo woekert de nacht.
In slapeloze rimpels.
In verre vreugden.
Een herwonnen lach
om verloren droefheid.
En een onuitgesproken vaarwel.
Caro Van Braeckel
Foto: René Groebli
21 maandag nov 2016
Posted Poëzie & proza
inSoms heb ik niets te zeggen.
Volg ik zwijgzaam mijn dagvaarding.
Tot je me naar bed brengt.
Waar ik me voortdurend schuldig maak,
aan jou.
Caro Van Braeckel
22 vrijdag jul 2016
Posted Poëzie & proza
in
Kruisig me met je nagels & kop
tot ik stollend bloed van zin.
En wild van zinnen je de mond snoer
met mijn tong in jouw openheid.
Jouw poort, die dan mijn ingang is,
zal zich in het hol van de nacht ontbloten
tot we in elkaar zwellen.
En onze hartslag voelen kloppen
van dieper naar diep.
Caro Van Braeckel